Category: Uncategorized


maandag, 03 januari 2011
Webbrowser Firefox heeft in Europa nu definitief Internet Explorer (IE) van Microsoft verdrongen. Dit blijkt uit onderzoek van Statcounter. In november jl. was het marktaandeel van de browsers nog nagenoeg gelijk, in december was het verschil bijna 4 procent in het voordeel van Firefox.

In totaal heeft Firefox nu 39,4% van het Europese browserverkeer in handen, tegenover 35,5% voor Internet Exploere (IE). Op positie 3 staat browser Chrome, met ruim 15% marktaandeel. Deze gegevens komen van statistiekenverzamelaar Statcounter.

IE 8 internationaal wel meest gebruikte browser
Microsoft had eind 2010 overigens wel een opsteker: volgens statistiekenverzamelaar Net Applications is IE 8 momenteel met ruim 33% de meest gebruikte browser wereldwijd.

Firefox 3.6 heeft de tweede positie in handen, met 18,5%. De nieuwste versie van de Microsoft-browser, IE 9, heeft nog maar 0,49% in handen, maar is dan ook nog niet officieel gelanceerd. Microsoft liet eerder al weten te verwachten dat het totale marktaandeel van IE zal toenemen nadat de nieuwste versie is gelanceerd.

Grootste stijger: Google Chrome
Zowel Statcounter als Net Applications geven aan dat de de grootste stijging wat betreft marktaandeel over 2010 aan Google Chrome toebehoort. De cijfers verschillen wel enigszins: volgens Net Applications had Chrome in januari wereldwijd zo’n 5,5% en in december bijna 10% marktaandeel. Volgens Statcounter steeg Chrome in 2010 zelfs van 6 naar 15,5%.

Bron: nu.nl

 

Onderstaand artikel verscheen onlangs in het Nieuwsblad helaas is dit schering en inslag in België.

Het internet wordt nog veel te vaak als een kost beschouwd terwijl het een bron van inkomsten kan zijn

Niemand vindt internet in de trein belangrijk

  • donderdag 08 april 2010
  • Auteur: ZDNet.be – Jibbe Van Oost
Een artikel uit het nieuwsblad

Alles over

NMBS wil haar treinen niet uitrusten met draadloos internet. Wie wil surfen in de trein, kan dat met een mobiel data-abonnement van een gsm-operator doen, zegt de spoorwegmaatschappij. Maar dat is buiten de slechte gsm-dekking in de treinen gerekend.

NMBS baseert zich voor zijn keuze op een marktonderzoek. Dat toont aan dat internet voor de pendelaar en de zakenreiziger maar een secundaire behoefte is. En dus wil de vervoersmaatschappij niet investeren in internet.

Buitenlandse treinoperatoren hebben al wel gekozen voor draadloos internet in de trein. Bij de Deutsche Bahn is er internet in de intercitytreinen, en bij de Nederlandse Spoorwegen vertrok maandag de eerste trein met gratis internet vanaf station Amsterdam Bijlmer richting Leiden.

In België is de strategie anders: wie in de trein wil surfen, moet maar een draadloos internetabonnement nemen bij een gsm-operator. Maar die strategie vertoont één grote lacune: een betrouwbare gsm-verbinding in de trein is niet vanzelfsprekend, zelfs niet in verstedelijkte gebieden.

3G in de trein niet vanzelfsprekend

Een oplossing voor de slechte gsm-dekking zit er niet meteen aan te komen. Er zijn geen concrete plannen om heel het spoorwegnet te ontsluiten met gsm- of 3G-dekking. De enige afspraak die er is, gaat over masten voor het interne veiligheidssysteem van Infrabel, GSM-R. Als Infrabel een mast plaatst, kunnen de mobiele operatoren er hun antenne bij aanhangen.

Een gsm-ontvangst in de trein blijkt trouwens niet evident. Zo somt Frederique Verbiest van Proximus een aantal problemen op die telefoneren en internetten in de trein bemoeilijken. Eerst en vooral zijn de treinstellen behoorlijk effectieve filters voor gsm-stralen. Sommige stellen hebben zelfs zonnewerende folie op de ramen die ook radiogolven tegenhoudt. Zo kunnen er bijna helemaal geen signalen in of uit de trein.

Een treinbedding heeft vaak ook hoge bermen, waardoor de gsm-signalen moeilijk tot in de trein geraken. 3G op het spoor is dus niet evident.

Waarom niet meer antennes vlak bij het spoor? Als het hele Belgische wegennet een deftige gsm-dekking kan krijgen, waarom lukt dat dan niet bij de spoorwegen?

Het blijkt niet zo eenvoudig te zijn om gsm-antennes naast een spoorweglijn te plaatsen. Veiligheidsprotocollen zijn daar de grootste oorzaak van. De palen van de elektrische bovenleiding zijn onbruikbaar wegens te gevaarlijk: medewerkers van de operatoren mogen er niet in. Alleenstaande masten mogen om veiligheidsredenen niet te dicht bij de sporen staan, waardoor ze in veel gevallen op landbouwgrond of in een bos moeten staan. Ook geen evidentie.

Waarom kunnen er dan wel zoveel antennes naast autostrades? Omdat de Vlaamse overheid, eigenaar van de autostrades, er werk van maakt. Deze stelt de gronden ter beschikking naast de grote op- en afritten voor masten van de operatoren.

Geen prioriteit

De conclusie is dat niemand wil investeren in internet in de trein. NMBS vindt het haar taak niet, omdat haar reizigers het niet als prioriteit zien. Wie internet op de trein wil, moet maar een draadloos internetabonnement nemen via een mobiele operator.

Maar de mobiele operatoren willen niet investeren in een volledige dekking van het spoorwegnet omdat het niet rendabel genoeg is. ‘Een bedrijf moet ook keuzes maken,’ zegt Frederique Verbiest, ‘want er is geen onbeperkte hoeveelheid geld om te investeren. Er is dan de keuze tussen een mast langs een spoorweg in onbewoond gebied of investeren op een plaats waar veel mensen komen. We investeren bijvoorbeeld wel in de tunnels onder het Antwerpse centraal station.’

Het ziet er dus niet naar uit dat de Belgische treinreiziger op korte termijn nog zal surfen tijdens het treinen.

Ecommerce blijft groeien ondanks crisis bewijs daarvan is dat er elke werkdag   5 nieuwe webshops bijkomen.

Het vertrouwen van de Belgische consumenten in e-commerce blijft toenemen. De meest recente omzetcijfers van BeCommerce, de federatie van de Belgische distance sellers, wijzen uit dat de online verkopen in 2009 met 17% gestegen zijn in vergelijking met 2008. Het aantal Belgische webwinkels heeft vandaag dan ook de kaap van 5000 overschreden. De economische crisis heeft dus geen negatieve invloed op de online verkoop, integendeel: voor dit jaar wordt een groei van minstens 15% verwacht. Dit blijkt uit een marktstudie die in opdracht van BeCommerce werd uitgevoerd door het onderzoeksbureau iVox, gecombineerd met cijfergegevens van online betaalspecialist Ogone.
Aantal webshops blijft toenemen

Het aantal webshops kende een stevige groei in 2009 en heeft zo de kaap van 5000 webshops bereikt. Tegenover 2007 is dit een stijging van maar liefst 138%! De top 3 van de sterkste stijgers onder verkochte artikelen via het internet zijn decoratieproducten (35,6%), kleding (33,3%) en mode-accessoires (31,1%). Ook in 2010 is er nog geen sprake van stagnatie want elke werkdag komen er zo’n 5 webwinkels bij. Dit bewijst dat niet alleen het consumentenvertrouwen in online shoppen blijft stijgen, maar dat ook vanuit de verkopershoek de interesse om “online te gaan” zienderogen toeneemt. Uit de cijfers blijkt verder dat pure-players (bedrijven die uitsluitend via internet verkopen) en multi-channels players (meerder verkoopkanalen, zowel online als offline) zij-aan-zij het Belgische e-commercelandschap veroveren. Toch winnen de pure-players, met 34,1% marktaandeel, meer aan terrein tegenover de multi-channel players (65,9% marktaandeel). In 2009 verhielden beide partijen zich nog als volgt: 30% marktaandeel voor de pure-players en 70% marktaandeel voor de multi-channel players.